Dutch-German translation for "groen"

"groen" German translation

„groen“: bijvoeglijk naamwoord

groen

[ɣ̊ruˑn]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

grün, unreif grün

grün Farbe
groen

groen
unreif
groen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

groen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

examples

een groen blaadje

junger, unerfahrener Mensch

een groen blaadje
zo groen als gras

grasgrün

zo groen als gras

grün Umwelt
groen politiek | PolitikPOL

groen politiek | PolitikPOL

examples

groene stroom

Ökostrommannelijk | Maskulinum, männlich m

groene stroom
de Groenenmeervoud | Plural pl politiek | PolitikPOL

die Grünenmeervoud | Plural pl

de Groenenmeervoud | Plural pl politiek | PolitikPOL

„groen“: onzijdig

groen

onzijdig | Neutrum, sächlich n

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

Grünonzijdig | Neutrum, sächlich n
groen

groen

examples

gemeentelijk groen

Grünanlagenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl in Gemeinden und Kommunen

gemeentelijk groen
openbaar groen

Grünanlagevrouwelijk | Femininum, weiblich f

Naherholungsgebietonzijdig | Neutrum, sächlich n

openbaar groen

Context sentences for "groen"

paling in het groen

paling in het groen

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Thank you for your feedback!