groei
[ɣ̊ruˑĭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv substOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- groei
- Zuwachsmannelijk | Maskulinum, männlich mgroeigroei
examples
- economische groeiWirtschaftswachstumonzijdig | Neutrum, sächlich n
- in de groeiim Wachsen