bui

"bui" German translation

„bui“: zelfstandig naamwoord

[bœy]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

(For more details, click/tap on the translation)

(Regen-)Schauermannelijk | Maskulinum, männlich m
bui

bui
Bövrouwelijk | Femininum, weiblich f
bui

bui
Launevrouwelijk | Femininum, weiblich f
bui figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

bui figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

examples

de bui al zien aankomen (of | oderod hangen) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

dunkle Wolkenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl heraufziehen sehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

de bui al zien aankomen (of | oderod hangen) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
maartse buienmeervoud | Plural pl

Märzschauermannelijk meervoud | Maskulinum Plural mpl

maartse buienmeervoud | Plural pl
bij buien

dann und wann, ab und zu

bij buien
in een goede (kwade) bui zijn

guter (schlechter) Laune sein

in een goede (kwade) bui zijn

hide examplesshow examples