„bons“: zelfstandig naamwoord bonszelfstandig naamwoord | Substantiv subst <bonzen> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Schlag Schlagmannelijk | Maskulinum, männlich m bons bons examples iemand de bons geven jemandem den Laufpass geben iemand de bons geven bons! bums! bons!
„bons“: zelfstandig naamwoord bonszelfstandig naamwoord | Substantiv subst <bonzen> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Bonze Bonzemannelijk | Maskulinum, männlich m bons bons