„aanwezig“: bijvoeglijk naamwoord aanwezig [-ˈνeːzəx]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) anwesend, zugegen, vorhanden anwesend, zugegen aanwezig aanwezig vorhanden aanwezig aanwezig examples aanwezig zijn ook | aucha. da sein vorliegen aanwezig zijn