„aanleunen“: werkwoord aanleunen [ˈ-løːn-]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) sich anlehnen sich gefallen lassen examples (tegen) sich anlehnen (anaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) (tegen) zich iets laten aanleunen sichiets | etwas etwas gefallen lassen zich iets laten aanleunen