„aanbreken“: onzijdig aanbreken [ˈ-breːk-]onzijdig | Neutrum, sächlich n Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Anbruch Anbruchmannelijk | Maskulinum, männlich m aanbreken aanbreken examples bij het aanbreken van de dag bei Tagesanbruch bij het aanbreken van de dag bij het aanbreken van de nacht bei Einbruch der Nacht bij het aanbreken van de nacht „aanbreken“: transitives Verb aanbreken [ˈ-breːk-]transitives Verb v/t Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) anbrechen anbrechen aanbreken aanbreken