„aanblazen“: werkwoord aanblazenwerkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) anblasen, anfachen anblasen aanblazen aanblazen anfachen aanblazen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig aanblazen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig