„taugen“ taugen Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) deugen, geschikt zijn deugen (voor), geschikt zijn (voor) (zuDativ | datief, 3e naamval dat) taugen taugen examples … taugt nichts … deugt niet … taugt nichts taugt es (et)was? is het goed? taugt es (et)was?