„rechtzeitig“: Adjektiv rechtzeitig [ˈʀ-]Adjektiv | bijvoeglijk naamwoord adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) tijdig tijdig rechtzeitig rechtzeitig „rechtzeitig“: Adverb rechtzeitig [ˈʀ-]Adverb | bijwoord adv Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) op tijd besonders | vooralbesonders op tijd rechtzeitig rechtzeitig