„Abscheu“: Maskulinum, männlich AbscheuMaskulinum, männlich | mannelijk m <-(e)s; keine Pluralform> AbscheuFemininum, weiblich | vrouwelijk f <Abscheu; keine Pluralform> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) afschuw, afkeer, hekel afschuw, afkeer, hekel Abscheu Abscheu examples Abscheu haben vor (Dativ | datief, 3e naamvaldat) een afschuw hebben van, een hekel hebben aan Abscheu haben vor (Dativ | datief, 3e naamvaldat)