„zwenken“: intransitief zwenkenintransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/ien | und u.transitives Verb v/t <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) schwenken schwenken zwenken zwenken „zwenken“: intransitief/onovergankelijk werkwoord zwenkenintransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/i <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) sich drehen ook | aucha. (sich) drehen zwenken zwenken examples zwenken naar ook | aucha. abdrehen nach (datief, 3e naamval | Dativdat) zwenken naar