„voorbereiden“: werkwoord voorbereiden [ˈ-bərɛĭd-]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) vorbereiten vorbereiten voorbereiden voorbereiden examples voorbereidend werkonzijdig | Neutrum, sächlich n Vorarbeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f voorbereidend werkonzijdig | Neutrum, sächlich n op het ergste voorbereid aufs Schlimmste gefasst op het ergste voorbereid