„vaak“: bijvoeglijk naamwoord vaakbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) oft, häufig, öfter oft, häufig, öfter(s) vaak vaak
„vaak“ vaak Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) leeres Gerede examples praat(jesonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl) voor de vaak leeres Geredeonzijdig | Neutrum, sächlich n praat(jesonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl) voor de vaak