„tucht“: zelfstandig naamwoord tucht [tɵxt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Disziplin, Zucht, Ordnung Disziplinvrouwelijk | Femininum, weiblich f tucht Zuchtvrouwelijk | Femininum, weiblich f tucht Ordnungvrouwelijk | Femininum, weiblich f tucht tucht