termijn
[-ˈmɛĭn]zelfstandig naamwoord | Substantiv substOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Terminmannelijk | Maskulinum, männlich mtermijntermijn
- Fristvrouwelijk | Femininum, weiblich ftermijntermijn
- Ratevrouwelijk | Femininum, weiblich ftermijnTeilzahlungvrouwelijk | Femininum, weiblich f Abzahlungtermijntermijn
examples
- maandelijkse termijnMonatsratevrouwelijk | Femininum, weiblich f
- in termijnenin Raten, ratenweise
- binnen de gestelde termijnfristgerecht, fristgemäß
hide examplesshow examples