„spotten“: werkwoord spottenwerkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) spotten, witzeln, scherzen, spaßen spotten (met überaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) spotten spotten witzeln, scherzen spotten spotten spaßen spotten spotten examples daarmee valt niet te spotten damit ist nicht zu spaßen daarmee valt niet te spotten