„spijs“: zelfstandig naamwoord spijs [spɛĭs]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <spijzen> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Speise, Brei, Mus Speisevrouwelijk | Femininum, weiblich f spijs spijs Breimannelijk | Maskulinum, männlich m spijs Musonzijdig | Neutrum, sächlich n spijs spijs