„schuif“: zelfstandig naamwoord schuif [sxœyf]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <schuiven> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Schieber, Schublade, Riegel, Schütz Schiebermannelijk | Maskulinum, männlich m schuif Riegelmannelijk | Maskulinum, männlich m schuif schuif Schubladevrouwelijk | Femininum, weiblich f schuif Vlaams | flämischfläm schuif Vlaams | flämischfläm Schützonzijdig | Neutrum, sächlich n Schleuse schuif schuif