„schor“: bijvoeglijk naamwoord schor [sxɔr]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) heiser, rau heiser, rau schor schor
„schor“: zelfstandig naamwoord schorzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ren> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Groden, Deichvorland Grodenmannelijk | Maskulinum, männlich m schor Deichvorlandonzijdig | Neutrum, sächlich n schor schor