„schoor“: onvoltooid verleden tijd schoor [sxoːr]onvoltooid verleden tijd | Imperfekt impf Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) schoor → see „scheren“ schoor → see „scheren“
„schoor“: zelfstandig naamwoord schoorzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <schoren> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Stütze, Träger, Strebepfeiler Stützevrouwelijk | Femininum, weiblich f schoor schoor Trägermannelijk | Maskulinum, männlich m waagerecht schoor schoor Strebe(pfeiler)Femininum, Maskulinum in Klammern f(m) schräg schoor schoor