„rust“: zelfstandig naamwoord rust [rɵst]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Ruhe, Rast, Halbzeit, Pause Ruhevrouwelijk | Femininum, weiblich f rust rust Rastvrouwelijk | Femininum, weiblich f rust Pausevrouwelijk | Femininum, weiblich f rust rust Halbzeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f rust sport | SportSPORT rust sport | SportSPORT examples in ruste im Ruhestand in ruste met rust laten in Ruhe lassen, zufriedenlassen met rust laten iemand tot rust brengen jemanden beruhigen iemand tot rust brengen