„ruit“: zelfstandig naamwoord ruit [rœyt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Scheibe, Karo, Raute (Fenster-, Glas-)Scheibevrouwelijk | Femininum, weiblich f ruit ruit Karoonzijdig | Neutrum, sächlich n ruit ruit Rautevrouwelijk | Femininum, weiblich f ruit wiskunde | MathematikMATH ruit wiskunde | MathematikMATH examples zijn eigen ruitenmeervoud | Plural pl ingooien figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ein Eigentor schießen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig zijn eigen ruitenmeervoud | Plural pl ingooien figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig