pil
[pɪl]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-len>Overview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Pillevrouwelijk | Femininum, weiblich fpilpil
- Schinkenmannelijk | Maskulinum, männlich mpil omgangstaal | umgangssprachlichumgWälzermannelijk | Maskulinum, männlich m Buchpil omgangstaal | umgangssprachlichumgpil omgangstaal | umgangssprachlichumg
examples
- aan de pil zijn omgangstaal | umgangssprachlichumgdie Pille nehmen omgangstaal | umgangssprachlichumg