„opschik“: zelfstandig naamwoord opschik [ˈ-sxɪk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Schmuck, Putz Schmuckmannelijk | Maskulinum, männlich m opschik opschik Putzmannelijk | Maskulinum, männlich m opschik opschik