„ophoepelen“: werkwoord ophoepelen [ˈ-huˑpəl-]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> omgangstaal | umgangssprachlichumg Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) abhauen, sich packen abhauen, sich packen ophoepelen ophoepelen