„opgezet“: bijvoeglijk naamwoord opgezetbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) aufgedunsen, ausgestopft aufgedunsen opgezet opgezet ausgestopft opgezet opgezet examples groots opgezet groß angelegt groots opgezet niet (erg) opgezet zijn met Vlaams | flämischfläm sich nicht (gerade) freuen über (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) niet (erg) opgezet zijn met Vlaams | flämischfläm