„onzeker“: bijvoeglijk naamwoord onzeker [-ˈzeːkər]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) unsicher, ungewiss unsicher, ungewiss onzeker onzeker examples onzeker maken ook | aucha. verunsichern onzeker maken in het onzekere laten im Ungewissen lassen, in der Schwebe lassen in het onzekere laten