„ontrouw“: bijvoeglijk naamwoord ontrouw [ˈ-trɑŭ]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) untreu untreu ontrouw ontrouw „ontrouw“: zelfstandig naamwoord ontrouw [ˈ-trɑŭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Untreue Untreuevrouwelijk | Femininum, weiblich f ontrouw ontrouw