„nuk“: zelfstandig naamwoord nuk [nɵk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ken> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Laune, Tücke Launevrouwelijk | Femininum, weiblich f nuk nuk Tückevrouwelijk | Femininum, weiblich f nuk nuk