„lafheid“: zelfstandig naamwoord lafheidzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-heden> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Feigheit, Fadheit, Schalheit Feigheitvrouwelijk | Femininum, weiblich f lafheid lafheid Fadheitvrouwelijk | Femininum, weiblich f lafheid Schalheitvrouwelijk | Femininum, weiblich f lafheid lafheid