kluit
[klœyt]zelfstandig naamwoord | Substantiv substOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Klumpenmannelijk | Maskulinum, männlich mkluitkluit
- Schollevrouwelijk | Femininum, weiblich fkluitkluit
- Haufenmannelijk | Maskulinum, männlich mkluit omgangstaal | umgangssprachlichumgkluit omgangstaal | umgangssprachlichumg
examples
- flink uit de kluiten gewassenhochgewachsen, von stattlichem Wuchs