„kletspraat“: zelfstandig naamwoord kletspraatzelfstandig naamwoord | Substantiv subst, kletspraatje(s)Neutrum, Plural in Klammern n(pl) omgangstaal | umgangssprachlichumg Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Quatsch, dummes Zeug Quatschmannelijk | Maskulinum, männlich m kletspraat dummes Zeugonzijdig | Neutrum, sächlich n kletspraat kletspraat