„klaar“: bijvoeglijk naamwoord klaarbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) klar, deutlich, hell, fertig, bereit klar, deutlich klaar klaar hell klaar klaar fertig klaar klaar bereit klaar klaar examples klaar en duidelijk figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ook | aucha. klipp und klar figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig klaar en duidelijk figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig klaar om te vertrekken zur Abfahrt (of | oderod Abreise) bereit klaar om te vertrekken