„kiem“: zelfstandig naamwoord kiemzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Keim, Keimzelle Keimmannelijk | Maskulinum, männlich m kiem kiem ook | aucha. Keimzellevrouwelijk | Femininum, weiblich f kiem figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig kiem figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig examples in de kiem smoren im Keim ersticken in de kiem smoren