„inbreuk“: zelfstandig naamwoord inbreuk [ˈ-brøːk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Eingriff, Verstoß, Übergriff Eingriffmannelijk | Maskulinum, männlich m inbreuk Verstoßmannelijk | Maskulinum, männlich m inbreuk Übergriffmannelijk | Maskulinum, männlich m inbreuk inbreuk examples inbreuk op het recht Rechtsbruchmannelijk | Maskulinum, männlich m inbreuk op het recht