„geniepigheid“: zelfstandig naamwoord geniepigheid [-xɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-heden> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Heim-Tücke (Heim-)Tückevrouwelijk | Femininum, weiblich f geniepigheid geniepigheid