„gelukkig“: bijvoeglijk naamwoord gelukkig [-ˈlɵkəx]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) glücklich glücklich gelukkig gelukkig „gelukkig“: bijwoord gelukkig [-ˈlɵkəx]bijwoord | Adverb adv Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) glücklicherweise, zum Glück glücklicherweise, zum Glück gelukkig gelukkig examples gelukkig maken ook | aucha. beglücken gelukkig maken gelukkig (maar)! ein Glück! gelukkig (maar)!