„fluit“: zelfstandig naamwoord fluit [flœyt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Pfeife, Flöte Pfeifevrouwelijk | Femininum, weiblich f fluit fluit Flötevrouwelijk | Femininum, weiblich fvooral | besonders besonders, Glas fluit muziek | MusikMUSen | und u. vulgair | vulgärvulg fluit muziek | MusikMUSen | und u. vulgair | vulgärvulg examples geen fluit populair | populär, salopppop einen Dreck, nicht die Bohne populair | populär, salopppop geen fluit populair | populär, salopppop op de fluit spelen ook | aucha. flöten op de fluit spelen