„flauw“: bijvoeglijk naamwoord flauw [flɑŭ]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) flau, matt, schwach, fade, schal, flau, lustlos flau, matt, schwach flauw flauw fade, schal flauw flauw flau, lustlos Börse flauw flauw examples geen flauw idee keine blasse Ahnung geen flauw idee flauwe mop fader (of | oderod abgeschmackter) Witzmannelijk | Maskulinum, männlich m flauwe mop flauwe praat fades Geschwätzonzijdig | Neutrum, sächlich n flauwe praat doe niet zo flauw! stell dich nicht so an!, sei nicht so albern! sei kein Frosch! doe niet zo flauw! hide examplesshow examples