„feestelijk“: bijvoeglijk naamwoord feestelijk [ˈ-tələk]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) festlich, feierlich festlich feestelijk feestelijk feierlich feestelijk feestelijk examples (ik) dank je feestelijk! ironisch | ironischiron omgangstaal | umgangssprachlichumg danke vielmals! ironisch | ironischiron omgangstaal | umgangssprachlichumg (ik) dank je feestelijk! ironisch | ironischiron omgangstaal | umgangssprachlichumg