„devalueren“: transitives Verb devalueren [-ˈŭeːr-]transitives Verb v/t Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) abwerten abwerten devalueren devalueren „devalueren“: intransitief/onovergankelijk werkwoord devalueren [-ˈŭeːr-]intransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/i <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) im Wert sinken, abgewertet werden im Wert sinken devalueren devalueren abgewertet werden devalueren devalueren