„bijten“: werkwoord bijten [ˈbɛĭtə(n)]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) beißen, anbeißen, ätzen, beizen beißen bijten bijten anbeißen Fisch bijten bijten ätzen, beizen bijten scheikunde | ChemieCHEM bijten scheikunde | ChemieCHEM examples om in te bijten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig zum Anbeißen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig om in te bijten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig op elkaar bijten zusammenbeißen op elkaar bijten