„bellen“: werkwoord bellenwerkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) klingeln, läuten, schellen, anrufen klingeln, läuten, schellen bellen bellen anrufen bellen telefoon, telecommunicatie | Telefon, TelekommunikationTEL bellen telefoon, telecommunicatie | Telefon, TelekommunikationTEL examples naar huis bellen zu Hause anrufen naar huis bellen er wordt gebeld es klingelt er wordt gebeld