afspringen
werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn>Overview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
examples
- op iemand afspringenauf jemanden zu-, losspringen
- afspringen (op) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfigscheitern (andatief, 3e naamval | Dativ dat)sich zerschlagen (wegengenitief, 2e naamval | Genitiv gen) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig