„actief“: bijvoeglijk naamwoord actiefbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) aktiv, tätig, rührig aktiv, tätig, rührig actief actief examples actief zijn ook | aucha. sich betätigen actief zijn geestelijk actief geistig rege geestelijk actief