aanwezigheid
[-xɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv substOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Anwesenheitvrouwelijk | Femininum, weiblich faanwezigheidaanwezigheid
- Vorhandenseinonzijdig | Neutrum, sächlich naanwezigheidVorkommenonzijdig | Neutrum, sächlich naanwezigheidaanwezigheid