„aanvuren“: werkwoord aanvuren [ˈ-v̊yːr-]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) anfeuern, anspornen anfeuern aanvuren aanvuren ook | aucha. anspornen aanvuren figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig aanvuren figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig