Dutch words starting with L – leeg ... leerling
- leeg
- leegdrinken
- leegeten
- leeghalen
- leegheid
- leeghoofd
- leegloop
- leeglopen
- leegloper
- leegloperij
- leegmaken
- leegplunderen
- leegpompen
- leegroven
- leegscheppen
- leegschudden
- leegstaand
- leegte
- leek
- leem
- leemachtig
- leemte
- leen
- leenheer
- leenman
- leensom
- leenstelsel
- leer
- leerboek
- leercontract
- leergang
- leergierig
- leerjaar
- leerjongen
- leerkracht
- leerling